Doelen van de les:
*Je kunt de eerste 3 ontwikkelingsfasen van het beeldend vermogen van kinderen benoemen en toelichten.*Je kunt de kindertekening van je stage indelen in de 3 ontwikkelingsfasen van het beeldend vermogen.
*Je kunt aan de hand van kenmerken in tekeningen beargumenteren in welke ontwikkelingsfase het kind zit.
*Je kunt een bewuste keuze maken voor een opdracht die het beeldend vermogen van kinderen stimuleert.
Doel 1: Je kunt de eerste 3 ontwikkelingsfasen van het beeldend vermogen van kinderen benoemen en toelichten.
*Fase 1: In deze fase zijn de kinderen ongeveer 1,5 tot 4 jaar oud. De leerlingen zijn vooral gericht op het onderzoeken van het materiaal. De kinderen zullen niet mooie tekeningen maken, maar vooral nog krassen en krabbelen.
*Fase 2: In deze fase zijn de kinderen ongeveer 5 tot 8 jaar. De kinderen kennen als het goed is het beschikbare materiaal en gaan beginnen met echt mensen, dieren, voorwerpen, etc. maken. Bij het maken van een tekening of schilderij zullen de kinderen erg veel de gecodeerde werkelijkheid maken. Ze zullen water bijvoorbeeld altijd blauw tekenen, ook al is water niet altijd blauw.
*Fase 3: In deze fase zijn de kinderen ongeveer 9 tot 15 jaar oud. De kinderen willen nu graag de zichtbare werkelijkheid weergeven. Er wordt realistischer getekend/ geschilderd en het kleur gebruik is niet meer gecodeerd. De kinderen zullen vooral iets maken waar hun belangstelling ligt.
Doel 2: Je kunt de kindertekeningen van je stage indelen in de 3 ontwikkelingsfase van het beeldend vermogen
Deze les hebben wij in groepjes 30 tekeningen van kinderen (1 - 9 jaar) bestudeerd. Deze tekeningen moesten wij op volgorde leggen van jong naar oud. Hierbij deel je de tekeningen in, in de 3 ontwikkelingsfases van het beeldend vermogen. Over het algemeen ging het best goed, maar het was moeilijker dan gedacht. Gelukkig leerden wij later hoe je aan de hand van kenmerken kan zien in welke ontwikkelingsfase het kind zit (zie volgend doel).
Doel 3: Je kunt aan de hand van kenmerken in een tekening beargumenteren in welke ontwikkelingsfase het kind zit
Nadat we met ons groepje de 30 tekeningen van de leerlingen van jong naar oud gesorteerd hadden, kregen we strookjes met kenmerken erop. Deze kenmerken moesten we bij de juiste tekening leggen. Een paar kenmerken waren: Doorzichtigheid, horizon, omklapping, grondlijn, schema, etc. Na deze opdracht hebben we met z'n allen besproken waarom welk kenmerk op een bepaalde plek hoort. Het kenmerk doorzichtigheid hoort bijvoorbeeld bij de eerste ontwikkelingsfase, het kind tekent hier immers nog "doorzichtig". Zo kan je aan de kenmerken in een tekening zien in welke fase het kind zit wat betreft tekenen.
Doel 4: Je kunt een bewuste keuze maken voor een opdracht die het beeldend vermogen van kinderen stimuleert.
Het beeldend vermogen van kinderen kan je stimuleren aan de hand van opdrachten. In hoeverre je het beeldend vermogen van het kind stimuleert hangt van de opdracht af. Een leuke opdracht waar je het beeldend vermogen van kinderen mee kan stimuleren hebben wij vandaag zelf ook uitgevoerd. We kregen een A3 blad die we in 8 stukken moesten vouwen. In het eerste vakje moesten we binnen 2 minuten een ridder tekenen. In het tweede vakje moesten we binnen 2 minuten een close-up van de ridder tekenen, en zo ging het door. Je krijgt dus steeds heel kort te tijd om te bedenken wat en hoe je het precies gaat tekenen en het daadwerkelijk uitvoeren. Er bestaan veel meer opdrachten die je op het internet kan vinden of zelf verzinnen. Bij het kiezen van zo'n opdracht is het van belang om bewust te kiezen voor een opdracht waar de leerling verschillende kenmerken in kan uitvoeren.
Mijn eindresultaat van bovenstaande opdracht
|
Bedankt voor het lezen van mijn blogpost! Er komt nog één post over de uitvoering van mijn uitgevoerde BV-les in mijn stageklas, daarna zal dit blog afgerond zijn.
-Manon
-Manon
Geen opmerkingen:
Een reactie posten