Doel van de les:
Een goede les beeldende vorming sluit aan op de belevingswereld van de leerling, bestaat uit 3 procesfasen en omvat een beeldend probleem. In deze opdracht oefen je met een beeldende vorming les, de les moet uitdagend zijn voor kinderen en er moet een hoop plezier aan te beleven zijn.
Stageopdracht:
- Je zet een bestaande les uit een methode BV (Moet je doen/ InGebeeld) om naar het lesfasemodel.
- Je past de les aan zodat het aansluit bij de hedendaagse belevingswereld van het kind.
- Je bedenkt een tot de verbeelding sprekende introductie van de les met beeldmateriaal.
- Je voert deze les uit in je stageklas.
Voorbereiding:
Aangezien de opdracht op een methode BV gebaseerd moest zijn, heb ik in de mediatheek op de Hoge School de "Moet je doen" boeken eens doorgespit. Mijn les zou plaatsvinden op 4 oktober, aangezien dat dierendag is hoopte ik een les te vinden die hier op aansloot. Uiteindelijk heb ik voor les 16: Dierenmensen gekozen. Ik was er van overtuigd dat deze les goed past bij de hedendaagse belevingswereld van het kind.
Bij deze opdracht is het de bedoeling om een portret van jezelf te schilderen met een dierenkop. De leerlingen moeten echter goed nadenken over welk dier zij zijn. Het is de bedoeling dat de leerlingen een bewuste keuze maken. De leerlingen mogen niet hun lievelingsdier schilderen, ze moeten schilderen wat bij hun karakter past. Een klunzige leerling kan bijvoorbeeld zichzelf schilderen met een ezel kop, etc. Vervolgens moeten de leerlingen ook kunnen beargumenteren waarom zij voor dit specifieke dier gekozen hebben. Om de les uitdagender te maken heb ik besloten om de verftechniek "pointillisme" uit te leggen. Het is de bedoeling dat elke leerling aan het eind van de les een werkstuk kan schilderen m.b.v. deze techniek. De leerlingen mogen echter wel zelf kiezen of ze deze techniek toepassen in hun eindwerk of niet.
De benodigdheden voor deze les zijn: papier (bij voorkeur wit A4), potlood, kwasten, penselen en verf.
Uitvoering:
Ik heb deze les als volgt omgezet naar het lesfasemodel:
*Receptie: Introduceer het onderwerp, vraag of de leerlingen weten welke dag het is, vraag wie er thuis zelf huisdieren heeft (en welke), leg de opdracht uit met behulp van beeldmateriaal.
*Productie: Denk na over je dierenkop. Maak een schets van je werk met potlood. Maak je eindwerk met kwasten, gebruik een dikke kwast voor de grote lijnen en een penseel voor de details. Maak bij tijd over ook een passende achtergrond of je vrienden/ familie.
*Reflectie: Vraag klassikaal wat de leerlingen gemaakt hebben, vraag vervolgens waarom ze dat gemaakt hebben. Laat de leerlingen elkaars werk bekijken en geef elkaar tips en tops.
*Productie: Denk na over je dierenkop. Maak een schets van je werk met potlood. Maak je eindwerk met kwasten, gebruik een dikke kwast voor de grote lijnen en een penseel voor de details. Maak bij tijd over ook een passende achtergrond of je vrienden/ familie.
*Reflectie: Vraag klassikaal wat de leerlingen gemaakt hebben, vraag vervolgens waarom ze dat gemaakt hebben. Laat de leerlingen elkaars werk bekijken en geef elkaar tips en tops.
Nadat ik het onderwerp geïntroduceerd had en de bedoeling van de les uitgelegd had, gingen alle leerlingen enthousiast aan het werk. Omdat de ene leerling sneller dan de ander werkt was er altijd genoeg ruimte aan de "verftafel". Aan de leerlingen die niet meteen een dier konden verzinnen heb ik vragen gesteld zoals 'wat zijn jouw hobby's?' Op deze manier kon elke leerling na een tijdje aan de slag gaan.
Na circa. een uur bezig geweest te zijn had bijna iedereen het portret af. De resultaten zijn erg mooi geworden. De leerlingen hadden duidelijk plezier in hun werk, dat is ook te merken aan hun eindwerkstuk.
Na een korte reflectie op de les konden de kinderen enthousiast naar huis gaan en hun werk aan hun ouders laten zien.
Ik vond het geven van een BV-les erg leuk en hoop het in de nabije toekomst nog eens te kunnen doen.
Bedankt voor het lezen,
Manon.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten